Shemekia Copeland (US) tiltle: Uncivil War music: Blues release date: october 23, 2020 label: Alligator Records info artist: Shemekia Copeland © Rootsville 2020 |
---|
Shemekia Copeland is de dochter van de viervoudig Blues Music Award-winnende bluesman Johnny "Clyde" Copeland. Ze groeide op in een huishouden omringd door muziek en erfde de drang om te presteren. Op achttienjarige leeftijd bracht Shemekia in 1998 haar Alligator Records-debuut "Turn The Heat Up". Shemekia verliet later Alligator en nam twee albums op voor Telarc Records, waardoor haar reputatie groeide, maar later keerde ze terug naar Alligator.
Shemekia Copeland © Rootsville
Op 'Uncivil War' blijft Shemekia op haar lyrisch avontuurlijke pad terwijl ze haar blues blijft mixen met R n 'B en Americana. Opnieuw wordt ze herenigd met producer / gitarist Kimbrough en de ritmesectie van bassist Lex Price en drummer Pete Abbott. Speciale gasten zijn onder meer gitaristen Steve Cropper, Duane Eddy, Christone "Kingfish" Ingram, Jason Isbell en Webb Wilder; organisten Phil Madeira en Steve Conn; Jerry Douglas, dobro; en Sam Bush, mandoline. Acht nieuwe nummers werden mede geschreven door Shemekia's "godfather" John Hahn; zeven met Kimbrough en één met Wilder.
De nummers van Hahn en Kimbrough zijn onder meer "Coltilda’s On Fire". Het ware verhaal uit 1859 van het laatst bekende Amerikaanse slavenschip dat aankwam in Mobile Bay, Alabama. Slavernij was toen vijftig jaar verboden, maar ging illegaal door. Het schip werd verbrand en tot zinken gebracht om het bewijsmateriaal te verbergen. Het wrak werd in 2018 gevonden en vorig jaar uiteindelijk geverifieerd. Een intense opener-zangeres Shemekia en gitarist Kimbrough worden vergezeld door leadgitarist Isbell, geboren in Alabama.
Shemekia zingt "Walk Until I Ride", een “civil rights –song” geïnspireerd door The Staple Singers, "No Heart At All", en het titelnummer "Uncivil War" met organist Conn; op deze drie is de dobro-sensatie Douglas te horen, terwijl Bush, op de mandoline, zich bij dat laatste nummer voegt. In "Money Makes You Ugly" horen we topgitarist "Kingfish" Ingram. "Dirty Saint" is een eerbetoon aan wijlen Dr. John met wie Shemekia verschillende duetten heeft gezongen.. "Apple Pie And A .45" gaat over wapengeweld en wordt gebracht door de eigenlijke band van Shemekia, met Kimbrough, Price en Abbott. Deze songs zijn haar op het lijf geschreven. Op "She Don’t Wear Pink", geschreven door Hahn en Wilder, komt gitarist Eddy, zich bij Wilder en Kimbrough voegen.
Als cover krijgen we een gevoelige interpretatie van "Under My Thumb" van Rolling Stones, Junior Parkers "In The Dark", voor het eerst opgenomen in 1969, en nu met gitarist Steve Cropper en "Give God The Blues” . Op elk album van Shemekia staat altijd een van de liedjes van haar vader, deze keer neemt ze "Love Song" op, opgenomen door haar vader op zijn album "Flyin’ High "uit 1992. Dit zijn allemaal fantastische versies.
Shemekia verlegt altijd haar grenzen en laat haar kunstenaarschap groeien om de beste zangeres te zijn. Hier levert ze alvast weer schitterend werk af.
tracks:
01. Clotilda's On Fire
02. Walk Until I Ride
03. Uncivil War
04. Money Makes You Ugly
05. Dirty Saint
06. Under My Thumb
07. Apple Pie And A .45
08. Give God The Blues
09. She Don't Wear Pink
10. No Heart At All
11. In The Dark
12. Love Song